Horror hostel en grandioos gebergte.

17 december 2012 - Lake Tekapo, Nieuw-Zeeland

Na netjes ons afval te hebben gescheiden en de auto voor vertrek te hebben ingeladen leverden we de sleutel in. We werden door David en Lynn nog uitgenodigd voor een koffie/thee en hierdoor vertrokken we dus later dan gepland. Betreft het scheiden van afval: in Kaikoura heeft David de gemeente geholpen om het recycling van de grond te krijgen. En hier wordt alles hergebruikt of benut. Blikken worden schoon ingeleverd, plastic verpakkingen en flessen idem dito, papier en karton apart, en zoveel mogelijk voedingsresten in de compostbakken. De bak restafval blijft dan over. Wanneer je zo bewust met afval omgaat wordt de afvalberg langzaam minder, zo is in ieder geval het idee achter het scheiden. Niet alleen Kaikoura heeft een sterk recycle mentaliteit maar ook de meeste andere gemeenten. Alleen jammer dat er nog altijd mensen zijn die het concept niet snappen.

Na de koffie zijn we op weg gegaan naar onze volgende bestemming. Onderweg hebben we tijdens de 5 uur durende rit verschillende rustpauzes genomen. Onze budgetauto is niet uitgevoerd met goede vering en ook de stoelen zitten na het eerste uur niet echt comfortabel meer. Op weg naar Methven zijn we verschillende keren langs rivieren gestopt die uitnodige tot bootje of kajak varen. Op de vrije zondag waren dan ook veel kiwi’s op het water te vinden. In Methven lazen we op de receptiedeur het briefje van de Hostel medewerkers dat ze in het café koffie aan het drinken waren. We zijn er naar toe gelopen en begonnen het zo langzamerhand wel wat vreemd te vinden. De Engelse die overdreven hard aan het lachen en schreeuwen was bleek onze Hostel medewerker te zijn en we konden bij haar in het Informatie-center wel alvast afrekenen. “Maar was het een probleem of we in de cottage sliepen in plaats van de hostel? Normaal was deze duurder maar het andere echtpaar wilde aparte bedden en we kregen het voor dezelfde prijs dus… en o ja Will loopt wel met jullie mee om open te doen dus kies maar wat uit en voel je thuis!”  De cottage oogde net zo moe en gedateerd als de naastgelegen hostel.  Opeens moest ik aan de horror verhalen van andere reizigers denken en hun waarschuwingen voor bedbugs (vervelend insect die in matrassen huist, steekt en voor onaangename irritaties zorgt. Het huis rook net zo muf als het eruit zag en Will heeft voor ons de koelkast en boiler moeten aanzetten. Wat bleek; de cottage was al geruime tijd niet gebruikt en de hostel zat tegen alle verwachtingen in opeens vol. Normaal is Methven een druk ski resort en zomers komen er maar weinig toeristen. Omdat we maar één nacht zouden blijven was het te doen. De bedbugs hebben ons gelukkig met rust gelaten en de tv die er stond begaf het ook waardoor we maar vroeg zijn gaan slapen. Hoewel de autoritten hier erg mooi zijn is het autorijden hier vermoeiender vanwege de slingerende wegen en spoort onze budget auto niet goed…. Daarnaast zijn er erg veel gravel(grindwegen)roads die voor de extra uitdaging zorgen.

Na een nacht op een belabberde matras werd ik met rugpijn wakker maar aangezien dit voor het eerst was op onze reis klaag ik dus niet. Na een snelle douche en ontbijt bleek het een warme zonnige dag te worden. Terwijl we door het verrassend vlakke landschap reden met hoge bergen in de verte zagen we sciencefictionachtig irrigatiesystemen volautomatisch door de velden bewegen. John wilde er het fijne ervan weten en zodoende zijn we gestopt. De meterslange rijdende stellages benevelen de voor ons onbekende bloemen bijna zonder geluid te maken. Op andere velden draaien lange bewateringssystemen een deel of soms het hele veld.

Later zijn we onderweg voor koffie gestopt op een plek waar we klassieke auto’s hebben bekeken en John moest voor mij een foto maken van een Austin of England, een auto waar mijn vader in de 70-tige jaren in reed. Het koffieverkooppunt was een omgebouwde klassieke caravan, er stonden een paar oude bezinepompen (niet helemaal Tango-waardig) en een winkeltje waar plaatselijk kunst en nijverheid te koop werd aangeboden. Na een praatje met de eigenaresse bleek dat het vanwege het mooie weer de uitgelezen kans was om foto’s te maken van de meren en van Mt. Cook (3754 m. hoog met mooi wolkeloos weer).

 

Omdat we zo vroeg in Tekapo waren zijn we eerst gaan kijken naar het beeld van een collie van brons die een eerbetoon is aan de vele honden die de schepenboeren en –herders helpen bij het overzicht houden over de duizenden schapen op de enorme farms in het bergachtige Mackenzie District en the Church of the Good Shepherd uit 1935. Het weer was zeker heel mooi en ook erg warm, iets waar ik even later heel blij om zou zijn…. Ik ben namelijk in het meer gegleden na voor John geposeerd te hebben! “Schat het is hier erg ondiep dus waad door het water naar die rots voor een foto”. Zo gezegd zo gedaan, wel voor de zekerheid mijn IPhone en horloge aan John gegeven. Nadat John zijn rots foto had geschoten draaide ik me om zodat ik terug kon lopen en gleed toen in het ondiepe water. In de eerste instantie hebben John en ik behoorlijk lopen gieren van het lachen want hoe verklaar je dat je aan 1 kant druipnat bent en de andere kant kurkdroog? Gelukkig voor mij/helaas voor John had hij net de camera weggelegd dus er zijn geen bewijzen van mijn klunzigheid....

Toen ik alweer half opgedroogd was zijn we alsnog naar de Church gegaan wat erg mooi door zijn eenvoud is. Met z’n tweeën (tussen de busladingen Japanners door) luisteren naar kerkmuziek met een grandioze uitzicht geeft de zondag iets bijzonders. Terug bij de auto zijn we een stel Nederlanders tegen gekomen die ons aanraden om nu het wolkeloos was Mt Cook met een bootje vanuit het gletsjermeer te bekijken. We zijn ons toen gaan haasten om vanuit Tekapo de 1 uur en 20 minuut durende autorit te maken om met de laatste dagvaart mee te kunnen. Groot was John’s frustratie toen we aangekomen de bus net weg zagen rijden. Onderweg hadden we een paar keer een foto stop gemaakt omdat de gletsjermeer zo bijzonder blauw is en het beeld met Mt. Cook op de achtergrond zo grandioos. Een foto stop teveel dus….

Na de frustratie verbeten te hebben zijn we in het museum die een eerbetoon is aan de Nieuw-Zeelandse bergbeklimmer Sir Edmund Hillary gaan kijken.  Leuke bijkomende weetje is dat een van de hotels op Mt Cook de film The Shining is opgenomen. (I’m Johnnie; I’m home!) De terugrit was door de overdadig woud van rose, blauwe en paarse lupines ook erg mooi.     

Wanneer je John heet moet je ook naar Mt.John, vooral wanneer daar een observatorium is met de naam : where the sky meets the earth. Een korte wandeling, lekkere koffie met gebak en een prachtige vergezicht. Wat wil een mens nog meer? Misschien iets meer zon? Niets is zo veranderlijk dan het weer in Nieuw-Zeeland. In Christchurch was het vandaag 31 graden terwijl het hier bewolkt en winderig was. De blauwe luchten zagen we in de verte maar die hebben we hier niet mogen beleven. John kan hier wel zijn hart ophalen met de geweldige wolken die we hier zien. Misschien morgen weer warm en zonnig?

Groetjes : John&Esther

Foto’s

2 Reacties

  1. Audrey:
    22 december 2012
    Hi folks, jullie hebben al heel wat gezien. Jullie zijn de Southern Alps al over. Het wordt natter als je naar het zuiden rijdt, veel watervallen. Gaan jullie ook nog naar Milford Sound? Een aanrader! Nat, mistig, maar zooo mystiek en mooi! Al veel schapen gezien? Ik blijf jullie volgen. Groetjes Audrey
  2. John:
    26 december 2012
    Hoi Wild Kiwi,

    Wat maak jij toch een hoop mee, ik ben blij dat ik daar bij ben anders zou ik het allemaal niet geloven.
    Ik wil je langs deze kant ook even bedanken dat je dapper meedoet aan mijn interpretatie van avontuurlijk dingen ondernemen, je weet wel wat ik bedoel.

    Kus